Kunst en cultuur zijn vrij. Of zouden dat althans moeten zijn…
Kunst en cultuur zijn vrij. Of zouden dat althans moeten zijn…
In de loop van de geschiedenis kennen we helaas al te veel voorbeelden van politieke inmenging in het culturele leven.
Onder het mom van het fameuze spook van woke kregen we vorig jaar al een voorafspiegeling van hoe rechts wil bepalen wat er in theaters mag gespeeld worden of wat er in musea kan hangen.
De veelbesproken portretten van wereldberoemd fotograaf Mous Lamrabat in de trappenzaal van de Antwerpse Arenbergschouwburg moesten de diversiteit van de stad een plek geven maar werden door het Antwerps stadsbestuur onder aanvoering van N-VA weggecensureerd.
Een ander voorbeeld van inmenging was de rel rond de Antwerpse stadsdichters, waarbij het gedicht “Losgeld” van Ruth Lasters afgedankt werd omdat het volgens schepen Nabila Ait Daoud “een politiek pamflet” was.
Diezelfde N-VA blijkt zich de voorbije zomer opnieuw te hebben gemengd in de artistieke vrijheid.
Musea die uit politieke hoek het order krijgen om bepaalde kunstwerken te verwijderen of om de samenwerking met klimaatactiegroepen stop te zetten, het zijn hier geen onschuldige voorbeelden van.
De opdracht krijgen om politiek neutrale kunstwerken te hangen in de openbare ruime – zoiets gaat helemaal in tegen de eigenheid en zelfstandigheid van kunst.
Kunst en het presenteren van kunst hoort altijd vrij te zijn.
Kunst is net rebels, kunst is nooit kleurloos.
Als maatschappij moeten wij waakzaam zijn en blijven dat de vrijheid van onze artiesten en musea verzekerd is.
“Vlaanderen excelleert”, zei Jan Jambon in 2019, bij het begin van zijn legislatuur.
Als we dit soort praktijken tolereren, krijgt dat excelleren wel een hele zure nasmaak.
Als we willen vermijden dat we afglijden naar een maatschappij waar bepaalde kunst als “entartet” aanzien wordt, of waar kunst enkel maar de heersende machten mag dienen of toejuichen, moeten we ons hard verzetten tegen dit soort politieke dictaten.