Nieuw via akkoord voor de kunsten
Het nieuwe sociaal akkoord voor de muziek- en podiumkunsten voor de periode 2018-2020 is een feit. Na maanden onderhandelen en een bereikte consensus voor de zomer, werd het akkoord (voor paritair comité 304) op 1 oktober getekend door de sociale partners en cultuurminister Gatz. Vakbonden had er graag meer uitgehaald, maar we moesten op vraag van het kabinet voor de zomer afkloppen. Toch zijn we verheugd met de gemaakte afspraken die betrekking hebben op ruim 200 organisaties en waarbij er bijzondere aandacht is voor de precaire situatie van flexwerkers.
Het sociaal akkoord was een unieke gelegenheid om met de werkgeversfederatie een aantal krijtlijnen uit te zetten voor de verbetering van de kwaliteit van werkomstandigheden. We spraken bijvoorbeeld af te onderhandelen over de opstart van het sociaal overleg in de talrijke organisaties waar er op dit moment geen overlegorganen bestaan. Dat dit nodig is, behoeft na de zaak Fabre wellicht geen betoog meer. Hier zullen we ook bekijken hoe we losvaste medewerkers kunnen betrekken bij het vakbondsoverleg en welke extra afspraken er nodig zijn om tot een faire werkomgeving te komen inzake grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld (cf. een cao MeToo).
Voor ACOD Cultuur is dit een van delicaatste aspecten uit het VIA akkoord. Ondanks de onwil en ad hominem die we hieromtrent tijdens de onderhandelingen hebben kunnen merken, zijn we hoopvol omdat ook het beleid het belang ervan onderkent. In een commissievergadering over #MeToo en de zaak Fabre (23/09) benadrukte minister Gatz dat het wel degelijk zo is dat er in het nieuwe sociaal akkoord VIA afspraken gemaakt zijn om deze problematiek aan te pakken.
Verder zullen we binnen het akkoord ook het actieplan rond grensoverschrijdend gedrag verder werken, waarbij we inzetten op preventie, opvang en beleidsondersteuning. De work/life balans krijgt extra aandacht om voldoende rust te promoten en herstelnood op te vangen. Er komt een anciënniteitsmechanisme voor flexwerkers en een cao taakloon die via betere regelgeving de aanslepende problemen bij de RVA wil voorkomen.
Daarnaast moet er een duidelijk kader voor stages komen en is er de afspraak dat organisaties maatregelen zullen nemen om de hoge werkdruk aan te pakken. Ook belangrijk: voor tijdelijke medewerkers en kunstenaars, ook de zelfstandige medewerkers, gaan we richtlijnen ontwikkelen voor minimumvergoedingen en zullen we onderzoeken hoe we ook minimumvergoedingen kunnen garanderen voor kunstenaars die niet onder het arbeidsrecht vallen (art 1 bis).
Merk op dat dit voor de werkgevers niet zomaar om intentieverklaringen gaat. Als algemeen principe van het VIA-akkoord geldt dat “ondergetekenden verklaren het in goeder trouw uit te voeren. Daartoe zullen alle bepalingen van het akkoord waar nodig door de sociale partners worden omgezet in collectieve arbeidsovereenkomsten Voor deze CAO’s zal de algemeen verbindende verklaring worden gevraagd.“