Verslag: The Future for the Broadcasting Sector?
Jongeren hebben een heel andere verhouding met media. Een meerderheid kijkt bijvoorbeeld online eerder dan via de traditionele televisiekanalen. Jammer genoeg is het niet zo dat de digitale evolutie ervoor zorgt dat bepaalde ‘traditionele’ verworvenheden zoals professioneel sociaal overleg en degelijke tewerkstellingsvoorwaarden even vlot mee evolueerden. De snelle technologische transformatie vereist van vakbonden dat ze hun rol en aanpak somvormen, en daarom organiseerde de internationale vakbondsfederatie Uni-Mei een studiedag over de toekomst van radio en televisie in Madrid. Hierbij een korte impressie.
Vakbonden zijn uiteraard niet tegen technologische ontwikkelingen, zo verklaarden meerdere sprekers, integendeel. Maar helaas worden deze ontwikkelingen binnen een concurrerende markt dikwijls als aanleiding genomen voor saneringen en sociale afbraak. De risico’s gaan bovendien verder dan dat. Met de opkomst van grote Amerikaanse multinationals zoals Netflix en Facebook riskeren we dat het lokale aanbod meer en meer wegvalt, bijvoorbeeld omdat deze grote spelers zich dikwijls niet gehinderd voelen door de nationale wetgeving of belastingstelsels en daardoor een groot concurrentievoordeel hebben om hun dominante invloed nog te versterken.
En welke garanties zijn er bijvoorbeeld bij de uitbouw van een 5G-netwerk, waardoor meer en meer mensen mobiel kijken en luisteren, dat er in meer afgelegen dorpen waar er amper of geen ontvangst is aan de lokale bevolking toch nog een democratisch aanbod aan nieuws en duiding wordt voorzien? Of andersom: als kijkers vooral naar onlineplatformen kijken die enkel entertainment aanbieden, geraakt de nieuwsberichtgeving en duiding van de brede bevolking dan niet in vrije val?
Digitalisering als privatiseringsstrategie
Met de digitale evoluties kwamen vooral de openbare omroepen onder druk te staan. Overheden namen weinig moeite om te investeren in de technische evoluties van digitale en sociale media om in een moderne publieke dienstverlening te voorzien, waardoor de technologische trein al vertrokken is en private spelers de leiding namen. De groei van media bestaat vandaag voornamelijk uit de vraag naar on demand online aanbod. Dikwijls kijken overheden gelaten toe, omdat ze kritische journalistieke stemmen liever een toontje lager horen zingen. Of erger: ze draaien in naam van de efficiëntiewinst ook nog eens de besparingen aan, als hefboom om in enige politieke sturing van de openbare omroep te voorzien.
Waar je vroeger nog radio en televisie had, als openbare dienst, is dat vandaag met de nieuwe media amper nog het geval. Nu zijn de rollen omgekeerd: onder het mom van ‘rationalizeren’ worden openbare diensten, of wat er soms nog van overblijft, aangezet tot publiek-private samenwerkingen. Ze mogen hun betere programma’s gaat aanbieden aan private platformen. Eigenlijk gaat het om een slimme privatiseringsstrategie met als argumenten dat ‘omroepen toch mee moeten evolueren met hun tijd’ en kritische vakbonden zich niet ‘rigide’ of ‘conservatief’ mogen opstellen. Bij een breed publiek leeft bovendien soms het verkeerde beeld dat de werknemers van de omroepen financieel niet te klagen hebben, omdat ze afgaan op wat enkele bekende gezichten verdienen.
Openbare omroepen worden vandaag onder druk gezet door overheden: ze moeten kwaliteit bieden en initiatief nemen om de jongeren te bereiken, maar tegelijkertijd krijgen ze steeds minder middelen om dat te realiseren. Budgettering en financies zijn natuurlijk een uitgelezen politiek instrument voor controle.
Met de evolutie naar digitale technologieën stellen we ook een shift in maatschappelijk debat vast. Waar een aantal jaren geleden de strijd tussen private versus het publieke media centraal stond, merken we vandaag een dat het debat eerder gaat over de strijd tussen lokale spelers, privaat én publiek, die hun beleid om protectionistische maatregelen vragen in hun strijd met internationale spelers.
De slachtoffers van de Streaming Wars
Het gevolg? De ‘Streaming Wars’ brengen heel wat potentiële slachtoffers met zich mee. De kijker riskeert een slachtoffer te worden inzake gratis of democratische toegang tot een divers en kwalitatief aanbod. De keuzevrijheid staat onder druk. De werknemers riskeren hun rechten, waar een lange historische strijd voor geleverd is, te verliezen. En de burger dat riskeert de garantie op een democratisch medialandschap verdwijnt. Want als de publieke dienstverlening wegvalt, dreigt er een hellend vlak naar een medialandschap met nieuwe ultraconservatieve private spelers die meer met sensationele indoctrinatie dan met nieuwsberichtgeving bezig zijn, zoals we dat in Australië, UK en de VS kunnen vaststellen met de Murdoch pers.
Kortom, door dit verschuivende medialandschap hebben de vakbonden wereldwijd een toenemende politieke verantwoordelijkheid om de democratische kwaliteit en onafhankelijkheid van de nieuwsmedia te verdedigen. Internationale solidariteit en uitwisseling van kennis is dan alvast een belangrijke strategie om het nodige weerwerk te kunnen bieden.