Nieuwe cao taakloon: stavaza
Nadat Onem/RVA in het najaar 2017 met een nieuwe toepassing van de wetgeving taakloon van 2014 kwam, ontstond er begrijpelijkerwijze veel protest vanuit de kunstwereld. Heel wat cultuurwerkers kiezen er namelijk voor om te werken via taakloon omdat het een manier is om aan voldoende aantal aantoonbare dagen te komen die nodig zijn om in aanmerking te komen voor de voordeelregels in de werkloosheid (het zogenaamde ‘kunstenaarsstatuut’). Hoewel de RVA wel enkele redelijke argumenten had om haar nieuwe toepassing te motiveren, vroegen de sociale partners de bevoegde minister om deze nieuwe werkwijze on hold te zetten omdat ze het sociaal overleg doorkruist. In 2018 maakten we met de minister van werk, Kris Peeters, een akkoord om de problemen op te lossen. In tussentijd keerde RVA terug naar de vroegere werkwijze.
In afwachting van nieuwe wetgeving tekenden we in mei een cao die het begrip taakloon verduidelijkt en aangeeft onder welke je tegen een taakloon kan werken. Als vakbond blijven we echter van mening dat werken met taakloon in principe niet nodig is. Een werkgever kan altijd wel een bepaalde, ruim voorziene werktijd afspreken waarin je een ‘taak’ kan uitvoeren. Taakloon koppelt een centraal principe van de arbeidswetgeving los: de link tussen tijd (uren) en arbeid en dat is gevaarlijk. Werken met taakloon zet immers de deur open voor misbruik, want als je gaat werken voor een bepaald vastgelegd bedrag omdat je moeilijk kan inschatten hoeveel uren je zal moeten presteren, kan je al snel in een situatie verzeilen waarin je aan aantal (over)uren presteert die, omgerekend in verhouding tot het betaalde bedrag en de totaal aantal gepresteerde uren, niet- of onderbetaald zijn. Wat moet je bijvoorbeeld doen als je meewerkt via taakloon aan een filmproductie en de draaidag loopt uit? De verloren tijd komt dan voor eigen rekening.
Als vakbond hebben we de cao als oplossing toch mee willen uitwerken om te vermijden dan individuele dossiers geblokkeerd geraken en omdat we dan zelf in maatwerk van regelgeving kunnen voorzien die we ook zelf in handen blijven hebben. Maar de bedoeling is wel dat er een herziening van het kunstenaarsstatuut komt, zodat we via een cao niet de wetgeving werkloosheid moeten depaneren. In tussentijd werkten we daarom ook een nota uit waarin we de denkoefening over een wetswijziging presenteren. De inzet is nu een breder draagvlak te vinden. Die nota vind je hier.
Wat staat er nu in die cao taakloon? Ten eerste een verduidelijking van het begrip taakloon.
- Taakloon is een vergoeding die in functie staat van de totale geleverde prestatie (hierbij wordt er bijvoorbeeld rekening gehouden met individuele voorbereiding, …) eerder dan in functie van het aantal gepresteerde arbeidsuren.
- Als het brutoloon gelijk aan of minder is dan het aantal ingeplande uren vermenigvuldigd met het uurloon, zoals vastgelegd in de sectorale cao, is er geen sprake van taakloon.
- Het contract kan een uurrooster bevatten: dit sluit een vergoeding tegen taakloon niet uit. Het uurrooster kan slechts een deel van het werk bevatten zoals repetities, voorstellingen, leesmomenten, opnamedagen enzovoort,…
Vervolgens stelden we 4 criteria op waaraan je moet voldoen om via taakloon te kunnen uitbetalen. Als één van deze criteria niet vervuld is, dan gelden de afgesproken minimumlonen uit de sectorale cao’s of de geldende minimumlonen in de onderneming.
- Er is een overeenkomst afgesloten tussen de artiest en de werkgever/opdrachtgever: dit is ofwel een arbeidsovereenkomst, ofwel een overeenkomst onder artikel 1bis.
- De bovenstaande overeenkomst bepaalt expliciet dat de vergoedingswijze taakloon is.
- Het moet gaan om een artistieke prestatie, volgens de definitie in artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969 : “Onder het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren van artistieke werken” dient te worden verstaan “de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie”.
- De opdracht of taak moet duidelijk omschreven zijn in de overeenkomst.
De cao treedt in werking vanaf september 2019. Daarmee hebben werkgevers en werknemers de tijd om zich aan te passen aan deze criteria. De cao is ook enkel van toepassing op contracten die gesloten zijn na 31 augustus 2019.
Bij de onderhandelingen over deze cao werd echter eens te meer duidelijk dat er nog heel wat pijnpunten zijn in de huidige regelgeving voor artiesten en technici. Ook andere werknemersgroepen in de sector hebben nood aan een beter sociaal opvangnet. Daarom starten we dit jaar met de sociale partners een werkgroep op. Deze werkgroep zoekt naar oplossingen voor de pijnpunten en wil een gedeeld voorstel uitwerken voor een beter statuut.
Ook in andere sectoren waar artiesten werkzaam zijn, zoals de audiovisuele sector, de filmsector en de socio-culturele sector moeten we via het sociale overleg komen tot een oplossing. De cao taakloon geldt nu alleen nog maar voor paritair comité 304 (theater en muziek). Dat zijn weliswaar de subsectoren waarin er het meeste met taakloon wordt gewerkt. Of de cao taakloon ook in de andere paritaire comités overgenomen wordt, is nog een open vraag.